donderdag 18 april 2013

Spiraal.

Steeds terugkerende vormteken-oefeningen zijn de oervormen.
We tekenen veel cirkels, vierkanten, driehoeken, spiralen, lemniscaten en vijfsterren (reken ik allemaal tot een oervorm, geen idee eigenlijk welke vormen daar precies toe behoren.....ik houd gewoon van dat woord: OER).

Vormtekenen is veel meer dan het tekenen van een vorm alleen. Vormen moet je voelen, vormen moet je zien, vormen moet je doen.
Vandaag hebben we een steeds terugkerende vorm getekend: de spiraal.

met dank aan Pinterest.


Weet je nog het spelletje van vroeger?' De boom die wordt hoe langer hoe dikker?'
Ik herinner me dat nog als een heerlijk spel dat ik op de kleuterschool deed. Kinderen in een lange sliert rondlopend op het plein, juf aan het begin. Juf loopt rond spiraalsgewijs naar binnen en langzaam verdicht de spiraal zich totdat de kinderen als een dikke stam in het midden staan. Dan zoekt juf haar weg naar buiten en langzaam komt de kluwen kinderen weer in beweging.........totdat de hele kring weer uitgewikkeld is en de laatste kinderen heel hard moeten rennen om de lange rij te blijven volgen. Een heerlijk spel vond ik dat. Het dicht in het midden tegen elkaar staan en het langzaam weer ontwikkelen tot een woest rennende kring.....Ik stond liever niet aan het einde, dat weet ik nog wel.

Wanneer je een spiraal tekent met kinderen moet je je goed bedenken dat een uitwikkelende spiraal iets anders teweegbrengt dan een inwikkelende spiraal. Inwikkelend werkt het verstillend, uitwikkelend werkt uitbundigheid in de hand......Beiden zijn goed op momenten.

Ik laat de kinderen graag een cirkel tekenen. Bladvullend.
Eerst maken we cirkels in de lucht, met de hele arm, dan vanuit de elleboog, dan kleiner vanuit de pols, dan alleen met een vinger. Groot, kleiner en allerkleinst en vanuit de cirkel ook de spiraal. Met de klok mee naar binnen en tegen de klok in naar buiten (of andersom) 'Hé juf, mijn cirkel gaat nu andersom......!'
'Nu alleen met de ogen juf!' Ja hoor, naar boven, links, beneden, rechts.......Alle kinderen voelen dan dat je ook spieren in het oog hebt. Een volkomen prettig gevoel is dat niet.
Pas dan doen we de cirkel op papier. Een 'beweegvorm' noem ik dat.
Keer op keer maak je de cirkel. Langzaam ontstaat de vorm zoals jij 'm hebben wilt.  (bij sommige kinderen plak ik het papier vast, dat werkt dan net makkelijker voor ze)


uit: Formenzeichnen (Verlag Freies Geistes-
leben)
Als de cirkel goed is komt de inwikkelende spiraal, vanuit die cirkelvorm. De krijtjes komen tot stilstand in het midden en dan wikkelen de kinderen hun spiraal uit. Doordat je de cirkel als begrenzing hebt, 'vliegen ze er niet uit'.

In de eerste klas zijn er kinderen die de lijnen heel dicht langs elkaar laten lopen. De activiteit van het inwikkelen is het belangrijkste. Nu, in klas 3 stel ik meer eisen. Er moet ruimte blijven om straks iets anders mee te doen ......ik wil er in gaan schrijven (heeft niets met vormtekenen te maken, maar waarom zou je een gemaakte tekening niet voor een taalopdracht kunnen gebruiken?)









Volkomen stil waren de kinderen aan het werk. Het vormteken-gedeelte is klaar, met de taalopdracht zijn ze bezig: 'een lente-woorden-slinger'. Hier een begin, morgen verder.

(Zien jullie de Madeliefjes?)


Op deze zonnige, winderige dag hebben we zowel in-wikkelende als uit-wikkelende spiralen getekend. Zonder ons hoofd te verliezen........Dat laten we dan in de pauze wel weer gebeuren, want wat waait het vandaag!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten